Magazine • Muziek

Viva Vassileva – Wervelwind van talent, discipline & passie

Terug van een zinderend optreden in Essen gloeit slagwerkster Vivi Vassileva (1994) nog na van enthousiasme als we haar in Eindhoven spreken. Niet zelden lees je in recensies over haar optredens dat ze het publiek jubelend uit de stoelen krijgt voor een staande ovatie.

Vivi Vassileva laat niemand onberoerd. Met haar geëngageerde spelstijl, veelzijdigheid en charisma bereikt ze een breed publiek. Alles aan haar ademt passie, Leidenschaft. Buiten dat ze getypeerd wordt als een percussioniste van het zuiverste water, bezit ze een intelligente geest en een open karakter. Muziek beschouwt ze als een staat van zijn. Open naar de wereld gericht. Muziek als een uitnodiging, een uitgestoken hand.

Wervelwind van talent, discipline & passie

“Als ik muziek maak, celebreer ik het moment en probeer ik in een flow-toestand te geraken. Slagwerk heeft een sterke rituele kracht waaraan vrijwel niemand kan ontkomen. Ritme zit in ons DNA. We lopen ritmisch, het hart klopt en we ademen in een cadans. Iedereen begrijpt het. Dat schept een band.”

Loftrompet

Sla de vakbladen er maar op na. Overal wordt in vrijwel gelijke lyrische bewoordingen de loftrompet over Vivi Vassileva gestoken. Ze is virtuoos, dynamisch, vurig, veelzijdig en ook charmant, zo treedt ze althans steevast uit de recensies naar voren. Hoewel ze dus te boek staat als een muzikale wervelstorm is ze in het gesprek eerder bedachtzaam. Zorgvuldig kiest ze haar woorden. Uit alles blijkt dat muziek met haar leven vervlochten is. Ze is een persoon met een intelligent hart. Iemand in wie muzikale hartstocht, empathie en plezier samengaat met een verfijnde geest die graag gevoed wordt met literatuur en gedachten over maatschappelijke vraagstukken.

“Op dit moment leef ik mijn droom,” zegt ze als we in een restaurant plaatsnemen. “Net als mijn ouders ben ook ik erin geslaagd om musicus te worden. Mijn vader was dertig jaar violist bij de Hofer Symphoniker en mijn moeder was pianiste. Van de kinderen heeft alleen een zus geen muzikale carrière gevolgd. De rest wel. Mijn broer Vasko is als violist wereldberoemd geworden en is concertmeester bij The Royal Opera in Londen. We zijn een hechte familie. Oorspronkelijk komen we uit Bulgarije. Ik ben wel in Duitsland geboren, maar voel wel die afkomst in mijn temperament. Het is ook in Bulgarije aan de Zwarte Zee geweest waar ik als kind gefascineerd raakte door de mensen die er elke avond drumden op alles waar geluid uit kwam. Ze sloegen zelfs op afvalbakken. Dat was aanstekelijk. Ik wilde meedoen, me laten meevoeren door dat ritme. In feite was dat een grote muzikale uitnodiging. Ik vond dat geweldig. Het riep in mij een verlangen naar ritme op. Nooit meer ben ik dat kwijtgeraakt. In mijn gedachten kan ik daar altijd naar terug.”

Feminisme

Als kind op de basisschool liet zich niet voorspellen dat er voor Vivi een muzikale loopbaan in het verschiet lag, zo blijkt. “Juist integendeel,” zegt ze breed glimlachend. “Als kind was ik vooral geïnteresseerd in dingen die men niet met een meisje in verband bracht. Ik tekende een vliegtuig toen de leraar ons vroeg te tekenen wat we later wilden worden. Muziek was bij ons zo vanzelfsprekend aanwezig dat ik daar waarschijnlijk op dat moment niet eens aan dacht. Ik hield van typische jongensdingen, als ik eraan terugdenk. De helden in de films die ik zag waren vroeger altijd de mannen.”
Met een glimlach: “Eigenlijk wilde ik dat ook, een soort Indiana Jones zijn. Tegenwoordig denk ik—ingegeven door de maatschappelijke discussies—veelvuldig na over man-vrouwverhoudingen. Ik lees vaak feministische literatuur. Het omdenken, het loslaten van bestaande, veelal ingesleten patronen vind ik belangrijk. Als percussioniste merk ik dat men het in de samenleving nog lang niet als vanzelfsprekend beschouwt dat een vrouw dit instrument bespeelt. Ik geloof in diversiteit. En ik geloof er ook in dat mensen goede voorbeelden nodig hebben in het leven. Als ik voor meisjes een voorbeeld mag zijn als percussioniste, zou ik dat heel mooi vinden.”

Slagwerk is net zo romantisch als een viool

Voordat ze haar bestemming als percussioniste had gevonden, volgde ze eerst nog vioolles. “Die viool lag bij ons thuis enigszins voor de hand. Aan dat instrument koester ik warme herinneringen. Toch raakte ik gefascineerd door het slagwerk. Ik voelde de onbedwingbare behoefte op alle objecten te tikken en hun geluid als het ware te ontdekken.”
Lachend: “Dat doe ik eigenlijk nog steeds. Overal tik ik op. Rondom instrumenten en hun bespelers bestaan veel clichés. Ik geloof dat er tussen instrument en mens een bijzondere wisselwerking bestaat. Beide passen zich aan elkaar aan. En soms zijn de verschillen minder groot dan je op het eerste gezicht zou denken. Zo kan een slaginstrument even romantisch klinken als een viool. Achter ritmes gaan immers verhalen schuil, gevoelslevens. Die spreken tot ons als de muziek klinkt. Ik geloof in de rituele kracht—de Ritualkraft—van ritmes. Ik ben er veel mee bezig. Ook op vakantie ga ik altijd op zoek naar volksinstrumenten. Die instrumenten dragen verhalen in zich. Ook is het boeiend om te bestuderen waar de instrumenten hun oorsprong vinden. Muziek zegt veel over een volk.”

Sociale activiteit

“Feit is dat muziek in zijn algemeenheid een sociale activiteit is,” vervolgt ze. “Musici zijn het gewend elkaar te helpen. Maar ook de aard van de muziek zelf is sociaal, ze is empathisch. Muziek is een vorm van inleven. Ze roept iets in ons op. Maar ze is in de uitvoering ook een activiteit waarbij je af en toe iets naar je toe moet trekken en dan weer ruimte geeft aan de ander. Muziek—dat kan niet vaak genoeg worden benadrukt—is juist daarom zo belangrijk in het leven van kinderen. Ik doe veel projecten met kinderen.”

Optreden en flow

Samen met haar vriend, de gitarist Lucas Campara Diniz, woont ze in Salzburg. Daar werkt ze met de onvolprezen Martin Grubinger, die in haar zijn ‘Meisterschülerin’ ziet.

Gebrek aan passie is onvergeeflijk

Met Martin is het prachtig samenwerken. Ik zag hem voor het eerst toen ik vijftien was. Dat wilde ik ook!, dacht ik toen ik hem zag en hoorde. Hij is één brok energie en passie voor het slagwerk. Niets is mooier dan te leren van de besten en dat is hij. Samen met mijn Braziliaanse vriend geef ik ook concerten. Ook dat is geweldig. Dan komt weer een hele andere dimensie van het slagwerk (bijvoorbeeld vibrafoon) in combinatie met de klassieke gitaar tot uitdrukking. Mijn muzikale palet is breed. Ik speel van Bach tot Piazolla en van Steve Reich tot Iannis Xenakis. Ik geloof niet zo in genres, maar eerder in goede muziek. Zo breed mogelijk wil ik me ontwikkelen. Je kunt werelden ontdekken als percussionist. Ik speel alles wat mogelijk is. Zo heb ik me ook toegelegd op pauken. Met Raymond Curfs—een fenomeen op gebied van pauken—heb ik ook heel plezierig gewerkt.”
Lachend: “Wellicht wil ik later ook les gaan geven, maar op dit moment wil ik zelf nog te veel en te graag. Optreden geeft me energie. Het brengt me in een meditatieve staat waarin ik het moment celebreer en een flow bereik. Dat is ultiem. Om mijn hoofd leeg te krijgen doe ik aan hardlopen en yoga. Ik probeer dat elke dag te doen. Beweging zorgt ervoor dat je niet alleen maar in je hoofd blijft zitten, dat je loskomt, als het ware.”

Adams en leidenschaft

Adams kent ze al zolang ze zich kan herinneren.
“Ik heb altijd op de Adams marimba gespeeld. Daar is geen ander instrument mee te vergelijken. Ik ben gelukkig met hun steun. Mooi om zo’n merk achter me te hebben staan. Hun steun geeft me juist nog meer motivatie om het beste uit mezelf én het instrument te halen. Ik heb nog lang niet alle geheimen uit het instrument ontfutselt. We kunnen nog lang samen vooruit, dat weet ik zeker. Samen goede muziek tot uitdrukking brengen, daar gaat het om.”

Wat is dan haar definitie van goede muziek?

“Goede muziek wordt gespeeld met passie. Dat staat feitelijk los van technische perfectie. Die techniek is iets waar je op oefent. Uren en dagen achterelkaar. De techniek moet zitten. Maar technische perfectie is geen garantie dat de muziek ook iemands hart en ziel beroert. Sterker nog, het kan zo zijn dat iets bij lange na niet perfect is gespeeld, maar dat het niettemin de kern raakt. Dat maakt muziek tot iets unieks. Muziek is een belevenis. Ik moet in dit verband denken aan een uitspraak van Beethoven die ik parafraseer: ‘Man verzeiht falsche Töne, aber ein Ton ohne Leidenschaft kann man nicht verzeihen.’ Een gebrek aan passie is onvergeeflijk, dat zie ik ook zo. Ook als je er eens naast zit—muziek is en blijft mensenwerk—kun je toch overtuigen.”

Ze trekt haar jas aan. Wat een discipline moet je hebben voor dit vak, merkt de interviewer op.
Lachend: “Zeker, discipline is belangrijk. Maar mijn ouders zeiden altijd: het is 99% discipline en 1% talent. Dat ene procent maakt het verschil, maar zonder die discipline zou het nooit een verschil kunnen maken.”

Dit artikel is verschenen in Adams Magazine – Uitgave 50. Foto’s: Hugo Thomassen

Meer artikelen