Interviews • Magazine • Muziek

Tucker Zimmerman, legendarisch obscuur

Soms overkomt je een aan schuld grenzend gevoel wanneer je kennisneemt van muziek die je nooit eerder heeft bereikt. Zo voel ik me licht beschaamd dat het oeuvre van Tucker Zimmerman zich volledig buiten mijn aandachtgebied heeft ontvouwd. Want een openbaring, zo mag je de kennismaking met zijn muziek, poëzie en de man zelf gerust noemen.

Aan de vooravond van het verschijnen van zijn album Dance of Love, dat hij samen met Big Thief opnam, ontvangen de inmiddels 83-jarige Amerikaan Tucker Zimmerman en zijn vrouw Marie-Claire ons gastvrij in hun huis in een dorp nabij Luik. Obscuur, ondergewaardeerd en een uniek talent: het zijn termen die vaak vallen wanneer zijn naam onder liefhebbers ter sprake komt. Geboren in San Francisco, groeide hij uit tot een muzikale wereldburger, iemand voor wie het verschil tussen poëzie en songtekst niet bestaat. “Certain poems just need music, that’s all,” zegt hij er desgevraagd over. Een echte ‘singer poet’. Zijn levensloop toont een man die begaan is met anderen, die contact zoekt en gemakkelijk vriendschappen sluit.

Tucker Zimmerman is een zachtaardig mens, maar in zijn jonge jaren was hij soms “hard to handle” en zelfs gewelddadig. Hij groeide op met klassieke muziek, leerde trombone spelen en studeerde in Rome. Tegelijkertijd was hij begeesterd door zwarte blues, rock-’n-roll en jazz. In Zimmerman vinden zowel de zondaar als de heilige, de geciviliseerde en de rebel, de puritein en de barbaar onderdak. Die dualiteit heeft door de jaren plaatsgemaakt voor een lieve, milde oude man die gelooft in de kracht van woorden en in de magie van liefde en vriendschap. In zijn elf studioalbums, dichtbundels en andere werken treedt een kunstenaar naar voren die niet oproept tot revolutie, maar met een licht klagende toon vrede en plezier predikt. “En plezier niet te vergeten. Joy.”

Operatie
Zijn discografie laat een mengeling van stijlen horen waarin folk de grote gemene deler is. Zijn liedjes vertellen zijn levensverhaal in klank en tekst. Het is aan te raden bij het begin te beginnen, bij Ten Songs by Tucker Zimmerman uit 1969, gevolgd door Over Here in Europe uit 1974. Op beide albums komen zijn invloeden samen. Soms zingt hij rauw, maar meestal met een zoetgevooisde stem of in falset, enigszins vergelijkbaar met de Noord-Ierse singer-songwriter David McWilliams (The Days of Pearly Spencer). Elk album bevat wel enkele nummers die potentie hadden om uit te groeien tot evergreens, maar het grote publiek ontdekte hem nooit. Het waren vooral andere muzikanten die zijn genie erkenden.

Zo zette David Bowie, die Zimmerman tijdens een verblijf in Londen leerde kennen, zijn album uit 1969 op een lijst met de 25 beste albums in Vanity Fair. Eerder had Zimmerman, toen nog optredend in nachtclubs en als straatmuzikant, de aandacht getrokken van sterproducer Toni Visconti, met wie hij bevriend raakte. Toch bleef zijn muziek lang onder de radar. Pas nadat Adrianne Lenker van Big Thief hem roemde als een van de beste songwriters ter wereld, met hem samenwerkte en hem meenam op tour in de streek waar hij opgroeide, lijkt de tijd rijp voor bredere erkenning.

Voor de opnames van Dance of Love reisde Zimmerman naar de VS, waar de leden van Big Thief, samen met Mat Davidson en Zach Burba, als zijn begeleidingsband fungeerden. “Het had weinig gescheeld of ik had die trip naar de States niet kunnen maken. Ik moest vanwege hartproblemen onder het mes. Twee dagen na de operatie zat ik alsnog in het vliegtuig voor wat een prachtige muzikale ervaring zou worden.”

Huize Zimmerman
De gps moet flink zijn best doen om de residentie van Zimmerman te vinden. We rijden door gehuchten die niet zouden misstaan als decor van een sociaal-realistische film van de gebroeders Dardenne. Au bout du monde. Veel helaasheid der dingen. Maar dan verandert het landschap: het sobere, verstedelijkte gebied maakt plaats voor velden, bossen en huizen omzoomd door groen. Vlak voordat we een donker dal in rijden, geeft de navigatie aan dat we de bestemming hebben bereikt. Het weggetje dat naar het huis leidt, is echter zo smal dat draaien onmogelijk is.

Wie de oprijlaan binnenrijdt, moet er in z’n achteruit moeizaam weer uit zien te komen. Onbegonnen werk. We trekken aan een bel, maar er komt geen reactie. Via een lommerrijke tuin bereiken we de voordeur, die halfopen staat. “Come on in,” klinkt een stem met een onvervalste Amerikaanse tongval. Tucker Zimmerman, zo krom als een hoepel, loopt met een blikje limonade in zijn hand naar ons toe. “Verdomme, ik kan de oplader van de batterij van mijn fotoapparaat niet meer vinden. Ik zal Marie-Claire vragen. Dat ding moet hier ergens liggen, maar waar in godsnaam?” Even later komt zijn vrouw terug met een beschrijving van de stapels boeken en opgetaste spullen die ze heeft doorzocht. Zonder resultaat. Zimmerman lacht minzaam. “Kan gebeuren. In het ergste geval kopen we een nieuwe. No problem. Het zijn maar dingen, die zijn vervangbaar.”

We nemen plaats aan de eettafel. Om ons heen heerst een gezellige wanorde: boeken, een gitaar, een computer. Een huis waarin wordt geleefd. De poes komt nieuwsgierig naar binnen. Zijn vrouw vraagt of we, naast een fles bier, ook zin hebben in een stukje appelgebak. “Houd er maar rekening mee dat jullie hier niet met een lege maag weggaan,” zegt Zimmerman geamuseerd. “Daar zorgt Marie-Claire voor. Ze is mijn steun en toeverlaat, mijn muze. We wonen inmiddels zo’n vijftig jaar in België. Mijn vrouw komt hiervandaan. We leerden elkaar in 1967 in Rome kennen. Ik was daar als student met een beurs en Marie-Claire werkte er op de Belgische ambassade. Daarna zijn we nooit meer los van elkaar geraakt.”

Huize Zimmerman voelt al snel vertrouwd. Het lijkt bijna onmogelijk om niet instant bevriend te raken met het stel. De magische verbondenheid tussen deze twee mensen is een ontroerend bewijs dat liefde gemakkelijk een mensenleven kan meegaan. En dan is er natuurlijk nog zijn oeuvre, dat je op de valreep kunt behoeden voor vergetelheid.

Hoe gaat het met je gezondheid?
“Ik ben oké voor iemand die niet oké is. Die trip naar de studio van Big Thief had ik qua gezondheid bijna niet gered, maar in die studio ben ik echt tot leven gekomen. Het was een overweldigende ervaring. De muziek vloeide. Ik houd ervan als iets spontaan ontstaat: creation on the spot. Ik had 27 liedjes meegenomen. Van sommige namen we verschillende versies op. Heel spontaan, zonder overdubs. Je hoort zelfs de regen en het blaffen van een hond. Alles is in één take opgenomen. Voorheen had ik nog nooit van Big Thief gehoord. Geweldig getalenteerde band en bovenal lieve mensen. Achteraf vernam ik dat Adrianne al tien jaar geleden een poging had ondernomen om met mij in contact te komen. Toen hield ik de boot af. Er zijn in het verleden meer partijen geweest die ‘iets’ met me wilden, maar dat liep steevast op niets uit. Nu was de tijd kennelijk rijp.”

Hoe kijk je zelf tegen die late doorbraak aan? Is het niet sneu dat de lof je niet eerder te beurt is gevallen?
“Ik ben blij met wat ik krijg. Ik ben dankbaar. Al die jaren van schrijven en muziek maken zijn niet voor niets geweest. Schrijven is mijn tweede natuur. Natuurlijk vind ik het mooi dat er nu een bredere belangstelling ontstaat voor mijn songs. Ik kijk uit naar wat komt. Zo ben ik.”

Je groeide op aan de westkust van de VS. Is je leven daarna getekend door heimwee? Je bent immers al op jonge leeftijd vertrokken.
“Verschillende keren ben ik terug geweest. Hoewel ik ben geboren in de stad, groeide ik op nabij de natuur. Ik ben een natuurmens.” Lachend: “Kijk hier maar eens om je heen. Grote kans dat je straks op weg naar de auto een wild varken tegenkomt. Nee, zonder gekheid, die overweldigende natuur in Californië is natuurlijk iets wat ik vaker heb gemist. Maar in het lezen en in mijn fantasie kan ik er altijd naar terug.”

Tucker Zimmerman en zijn grote liefde Marie-Claire

Je bent een man van letters; je schrijft scripts, boeken, poëzie en liedjes. Het woord is dus je grootste houvast.
“Ja, dat mag je zo wel stellen. Ik houd van woorden. Lezen heb ik altijd gedaan. Ik houd nog steeds zielsveel van Kerouac en Bukowski. Je moet weten dat ik in feite tussen twee grote cultuurinvloeden ben opgegroeid zonder me tot één van hen te bekeren. Ik was te jong voor de Beat Generation en te oud voor de hippiebeweging. Als het ware viel ik tussen wal en schip. Ik speelde trombone en hield van klassieke muziek. Totdat ik via mijn oom Clarence in aanraking kwam met de gitaar en ik andere muziek leerde kennen. Mijn muzikale palet werd steeds groter, en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Ik houd van Bach en Brahms, maar ik ben ook gek op ZZ Top, Kraftwerk en jazz.”

Op je site staat niet alleen welke boeken je hebben gevormd, maar ook welke muziek een rol speelt in je leven. Geen Elvis, viel me op.
Lachend: “Nee, daar heb ik niets mee. Misschien wel als fenomeen of als mythe, maar muzikaal voel ik me meer aangetrokken tot musici die geen show nodig hebben, die voor zichzelf spreken. Ik hield van Fats Domino, Little Richard en ook van Richie Havens en Tim Buckley. Ik houd van pure muziek. Bruce Springsteens Nebraska valt daar ook onder. Dat is een album zonder opsmuk, puur. Uiteraard kun je niet om Dylan heen. Ik ben nota bene even oud en draag dezelfde achternaam. Met name Highway 61 Revisited en Blonde on Blonde spreken tot mijn verbeelding. Dat zijn voor mij de beste albums waarin alles van zijn liedkunst samenkomt. Overigens vind ik het terecht dat hij de Nobelprijs voor zijn liedkunst heeft gekregen. In mijn optiek hebben poëzie en songtekst dezelfde stroom. Sommige gedichten hebben muziek nodig.”

Hoe bedoel je? Staan sommige gedichten dan niet op zichzelf?
“Het is een gevoel. Op mijn nieuwe album zijn twee liedjes als gedicht begonnen: Buried At Sea en Idiot’s Maze. Nu zijn het liedjes, maar wel met dezelfde zeggingskracht. Ik ben niet zo geboeid door een theoretische verklaring waarin liedteksten en gedichten verschillen. Voor mij draait het om de schoonheid en zeggingskracht van de woorden. Als die beter tot uitdrukking komen door er muziek bij te zetten, dan is dat prima.”

Is er muziek waarnaar je terugkeert, die je iets doet, troost biedt of de inspiratie een zetje geeft?
“Er is klassieke muziek waar ik zielsveel van houd. Ik noemde al Brahms en Bach. Maar de muziek die mij tot tranen toe kan ontroeren, is gek genoeg dansmuziek. Ik houd van disco. Dat draai ik soms meerdere keren achter elkaar. Het is muziek die voor mij werkt als een soort catharsis. Aangezien mijn lijf niet meer zo wil, speelt de beweging die dit soort muziek opwekt zich vooral in mijn hoofd af.”

Wil je iets overbrengen in je muziek? Heb je een boodschap?
“Vrede wil ik overbrengen en plezier. Muziek is voor mij puur genot. Met werken heeft het niets te maken.”

En waar komt die muziek vandaan?
“Vroeger was ik een fanatiek fietser. Ik kon ritten maken van twaalf tot veertien uur. Dan kwam de inspiratie vanzelf. Menigmaal moest ik stoppen om mijn invallen te noteren. Tegenwoordig vind ik mijn materiaal dichter bij huis. Soms neem ik een inval op. Voor mij is muziek een constante stroom.”

Wanneer Tucker Zimmerman naar zijn boekenkast loopt, hoor je hem neuriën. Daarop aangesproken, merkt hij op: “Ja, dat hebben me meer mensen gezegd. Dat is kennelijk iets onbewusts. Muziek is er altijd. Of iets een liedje wordt, weet ik niet. Ook weet ik niet wat er het eerst is: het woord of de melodie. Ik laat het gewoon komen.”

Ben je een anarchist als het om muzikale inspiratie gaat? Geen regels, anything goes?
“Nee, toch niet helemaal. Ik heb twee regels als het om songwriting gaat. De eerste is dat ik er niet te veel over moet nadenken. Ik mag de vrije gedachten niet in de weg staan. Don’t get in the way. De tweede regel is dat ik geen verwachtingen moet hebben. Je moet het nemen zoals het komt.”

Wat staat er te gebeuren de komende tijd?
“Ik concentreer me nu op het nieuwe album. Er staan een paar shows gepland. Er gebeurt ineens erg veel. Er zijn bundels uitgekomen, zoals When In Flows The Sea bij uitgever A Big Potato Thing. Ook verschijnen er nog albums met oude liedjes. Te veel eigenlijk om het allemaal bij te benen.”

Bovenstaand artikel is verschenen inHeaven 153, dat nog veel meer artikelen van Ludo Diels bevat.

Meer artikelen