Als het zo is dat men geen tweede kans krijgt voor een eerste goede indruk, dan had dEUS het op de eerste van twee avonden in de Maastrichtse Muziekgieterij enigszins verbruid. Enigszins, want het is en blijft dEUS en dan wordt het nooit een slecht optreden.
Op donderdag 13 en vrijdag 14 april stond de band voor een uitverkochte zaal met een welwillend publiek. Twee keer goed gespeeld, virtuoos zelfs bij vlagen. En toch was er een verschil. Op donderdag werkte de band plichtmatig en stoïcijns het repertoire af van hun in totaal acht studioalbums. Op zich niets mis met dat concert, maar onvergetelijk, laat staan verheffend, was het allerminst. Geen onuitwisbare ervaring, verre van dat. Vier individuen plus één diva speelden routineus perfect, zonder een greintje spontaniteit of enige vorm van interactie.
Een avond later vond de herhaling plaats, maar dan met panache, volle overtuigingskracht en vooral meer banduitstraling. dEUS was groot, dEUS was machtig. Er stond een (h)échte band te spelen met een energieke, goedgemutste Barman, die ondanks zijn stemband-kilometrage ontketend leek en tot het laatste gaatje ging.
Als podiumbeest van de buitencategorie zorgde de Antwerpenaar ervoor dat hij zijn stoere rock-‘n-roll-aura, evenals zijn rol als immer coole bandleider, met bravoure neerzette. Want laat er geen twijfel over bestaan: Tom Barman is calling the shots. Als liedleverancier is hij de capo di tutti capi. Met slechts een handbeweging naar de coulissen gaf hij meermaals aan dat er iets qua balans aangepast diende te worden. Meestal wees die vinger omhoog. Het moest harder, meer power. Hij hoefde zijn arm maar te strekken of een roadie stond naast hem met een nieuwe gitaar.
Met het recente How To Replace It heeft dEUS in de woorden van Tom Barman een ‘fucking goed’ album afgeleverd. Het is meer dan goed, het is een meesterwerk dat beslist niet in de schaduw staat van hun debuut Worst Case Scenario (1994), noch van The Ideal Crash (1999), Pocket Revolution (2005) en Following Sea (2012). How To Replace It volgt na een albumstilte van tien jaar. Alles wat je van dEUS mag verwachten is op het album aanwezig: van rauwe ongepolijste rock tot bombastische, soms op componist Carl Orff gelijkende klankwerelden. En dan is er nog de gevoelige ballade Love Breaks Down, waarin Barman diep in zijn ziel durft af te dalen.
De setlist bevatte maar liefst acht nummers van de in totaal twaalf van How To Replace It. Voor de rest was het een mooie mix uit de ruif van hun oeuvre. Op donderdag legde Barman tijdens Sun Ra (van het album Pocket Revolution) de show kort stil omdat er iemand in het publiek onwel was geworden. Toen het duimpje vanuit de zaal omhoogging, speelden ze het nummer weer van het begin en mocht stergitarist en über-gentleman Mauro Pawlowski opnieuw heerlijk krijsend de hoogte in. Vrijdag werd tijdens de toegift het nummer Nothing Really Ends aan een fan opgedragen die persoonlijk leed ten deel was gevallen. Een empathisch gebaar met een treffende song. Hartverscheurend. Andere memorabele momenten waren op beide avonden de swingende vertolking van The Architect (Vantage Point) – inclusief de sample van de stem van architect, uitvinder en futurist Richard Buckminster Fuller – en de opzwepende meezinger en crowdpleaser Instant Street.
Het publiek kreeg op beide avonden waar voor hun geld. Kleine kans dat er donderdag iemand ontevreden huiswaarts keerde – of het moet Barman zelf zijn geweest. Enthousiasme alom. De vraag is: wat zorgt ervoor dat het een dag later allemaal net iets energieker, frisser en sympathieker overkomt? Zou de zanger die vrijdag met het juiste been uit bed zijn gestapt? Of was de chemie tussen de bandleden de ene dag beter dan de andere? Geen idee. Zelfs God moet tijdens de schepping mindere dagen hebben gehad. Kijk om u heen. Dus ook dEUS zij het vergeven dat ze zo nu en dan niet alles uitserveren wat ze in huis hebben. Als puntje bij paaltje komt, blijkt ook opus-dEUS gewoon mensenwerk.
Dit artikel is gepubliceerd op Heaven magazine.