Het mag een klein wonder heten. Een Nederlandse trompettiste die uitgroeit tot de koningin van de salsawereld. Toch lukte het de in Utrecht geboren Maite Hontelé (1980) door te dringen tot de wereldtop van dit klassieke Zuid-Amerikaanse mannenbastion.
Hitalbums, swingende videoclips en nominaties voor Latin Grammy Awards heeft ze op haar naam staan. Een ware salsasensatie.
Plezier staat voorop bij Maite Hontelé
Maar liefst tien jaar verbleef ze in Colombia en ontwikkelde ze zich tot een veelzijdige vaste waarde in de salsa en son. In 2020 (2018) gaf ze er opeens op de toppen van haar succes de brui aan. Opgebrand. Vermoeid keerde ze naar Nederland terug, hing haar trompet aan de wilgen en zocht naar het kleine huiselijke geluk met een hoofdrol voor liefde, mentale rust én plezier. En nu, een paar jaar later, pakt ze de muziek toch weer op. Gelouterd door de lange rustpauze.
We mogen gerust spreken van een wederopstanding.
“Ik voel dat ik weer iets heb te ontdekken. Maar ik doe het nu anders. Ik geef deze ontdekking meer tijd en ruimte. Plezier staat voorop.”
In gesprek met Maite Hontelé in de Haagse zaal De Regentes is het verleidelijk om te blijven hangen in de gloriedagen van haar Zuid-Amerikaanse carrière met nummer-één-hits, haar verkiezing tot artiest van het jaar, of haar gelauwerde album Cuba Linda met Cubaanse muziek. Toch is Maite Hontelé er de persoon niet naar om te zwelgen in het verleden. “Ik kijk met een goed gevoel terug op de jaren dat ik in Colombia woonde en werkte. Nu ik door de tijd meer afstand heb genomen kijk ik met meer mildheid terug op die hectische tijd.”
Wie de documentaire Ademtocht – De vele gevechten van Maite Hontelé van Marlou van den Berge heeft gezien, weet hoe zwaar de druk van optreden, opnemen en het leven in de schijnwerpers op haar drukten en haar lieten afstevenen op een burn-out.
“Om los te komen van de druk moest ik diep gaan en de muziek loslaten. Dat viel niet mee. Ik had tijd nodig om tot mezelf te komen.”
Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het muzikale bloed gaat immers waar het niet kruipen kan, zo blijkt. Want Maite Hontelé is terug. “Terugkomen naar de muziek was een proces. Ik moest een weg afleggen. Inmiddels ben ik tot het inzicht gekomen dat ik ook bestaansrecht heb zonder trompet of bugel, dat ik geluk kan ervaren zonder te moeten spelen. Het is geen eerste levensbehoefte meer. Vroeger zag ik dat anders. Door schade en schande ben ik wijzer geworden. Er is zoveel meer. Zoals mijn vrouw en mijn twee kinderen. Zeker, muziek blijft belangrijk voor mij, maar dan vooral als bron van plezier. Ik ben in Colombia gestopt omdat ik er geen plezier meer aan beleefde. Succes had ik daarentegen in overvloed. Maar wat is succes waard als je niet gelukkig bent?”
Het verrassingseffect is bij ons en het publiek aanwezig
Haar hernieuwde muzikale vuur werd aangewakkerd toen ze naar de Muziekcentrale van Adams in Ittervoort afreisde voor een kleine reparatie aan het ventiel van haar bugel. Ze speelde op die bugel enkel kinderliedjes. Ambities koesterde ze op muzikaal gebied niet meer.
“Miel Adams suggereerde glimlachend of het niet eens tijd werd voor een nieuw instrument. Ik moest lachen toen hij dat opperde.
Maar toen ik het instrument eenmaal in mijn handen had, gebeurde er iets. Alsof de bugel tot mij sprak. Ik voelde dat ik op die bugel – de F1 – iets moest ontdekken, dat ik iets te zeggen had op het instrument. De zin om te spelen kwam terug toen ik die bugel testte. Een heel bijzonder gevoel.”
Haar muzikale reis begon toen Maite Hontelé op haar negende trompet ging spelen. “Mijn ouders waren verhuisd van Utrecht naar Haaften, een dorp aan de Waal. Daar sloot je je aan bij de fanfare als je muziek wilde maken. Toen ik me aanmeldde hadden ze alleen bugels in de aanbieding, voor alle andere instrumenten bestond geen vacature.”
Dat mag achteraf een gelukkig toeval heten, al doet haar Spaans klinkende voornaam haast vermoeden dat haar loopbaan lijkt uitgestippeld van hogerhand. “Soms denk ik dat ook weleens,” bekent ze.
De naam Maite was eind jaren zeventig in Nederland populair geworden door films van de Spaanse cineast Carlos Saura. Haar ouders hadden een zwak voor Spanje en latin music. Als dartele trompettiste sprak de swingende salsa haar meer aan dan de blaasmuziek. “Op mijn veertiende ging ik iedere donderdag naar de muziekschool in Utrecht waar een salsagroep actief was. Het was een hele onderneming, want ik moest met de bus van Gorkum, waar ik op de middelbare school zat, naar Utrecht en daarna weer door naar Haaften.”
Ik laat de controle los en ervaar meer flow, meer vrijheid
Maite Hontelé is een kenner van latin music, na een gedegen studie aan het Rotterdams conservatorium. “Die opleiding ben ik veel dank verschuldigd. Ze hadden eigenlijk geen latin voor trompet, wel voor piano en percussie. Ze hebben het voor mij mogelijk gemaakt door me te laten studeren bij een externe docent.”
Zo werd Maite een veelgevraagd trompettiste en the rest is history.
Na haar succesvolle Colombiaanse avontuur keerde ze terug naar Nederland, terug ook naar een nieuwe baan als programmeur bij International Music Meeting in Nijmegen. “Daar ben ik inmiddels mee gestopt. Ik miste toch de interactie met het publiek. Ik ben toch meer podiumbeest dan een organisator achter een bureau. Sinds ik door die Adams-bugel weer ben begonnen met spelen, komen er ook interessante aanbiedingen mijn kant op. Zo ben ik regelmatig als presentator te gast bij Podium Klassiek op de NPO waar ik onder andere uitleg geef over Zuid-Amerikaanse muziek en de muziekcultuur met een hoofdrol voor klank, levensstijl en levenslust.”
“Ook laat ik er van me horen met het NJJO (Nationaal Jeugd Jazz Orkest), waar ik dit jaar bandleider van ben geworden. Prachtig om met jonge enthousiaste mensen bezig te zijn. Samen met de Cubaanse pianist Ramón Valle vorm ik een duo. We spelen Cubaanse jazz, maar ook klassieke stukken van Bach tot Kaapverdische muziek; een groot avontuur.
We werken samen op basis van wederzijds vertrouwen. Het voelt heel goed. De optredens die we geven vallen goed in de smaak. Weer iets heel anders.
Het verrassingseffect is aanwezig bij ons en bij het publiek. Ons spelplezier met soms de vrije improvisaties is erg groot. Het voelt als een avontuur.”
Op de vraag of ze niet bang is dat haar agenda weer overvol loopt en ze teveel hooi op haar muzikale vork neemt, antwoordt ze gedecideerd: “Ik kijk daar wel voor uit. Enthousiasme kan soms ten grondslag liggen aan een te volle agenda, ik weet daar alles van. Maar het grondgevoel is nu toch echt anders. Ik voel me bevrijd van het vaste keurslijf van de salsa. Je hebt in die muziek wel vrijheden, maar die bevinden zich in een bepaald stramien. Van salsa houd ik met mijn hele hart, dat zal altijd zo blijven, maar ik wil er niet meer door opgeslokt worden.
Het plezier in het avontuur brengt mij vooral dichterbij mezelf
Ik bewaak mijn artistieke vrijheid. Bovendien heb ik twee kinderen, die verdienen ook mijn aandacht. Ik ga nu effectiever met mijn tijd om.”
“Zoals ik al zei: ik neem meer tijd. Laat het avontuur toe in de muziek. Probeer mezelf te verrassen. Ook ben ik nu minder perfectionistisch. Ik sta mezelf toe om plezier te hebben. Sterker nog: ik doe het juist om plezier te hebben. Ik laat de controle los en ervaar meer flow, meer vrijheid. Aanvankelijk had ik angst om die controle los te laten. Maar ik heb het beest in de bek gekeken. Dat is een bevrijdend gevoel. Ik zit daardoor minder opgesloten in mijn hoofd en ervaar die lijfelijkheid van de muziek veel meer. Ik speel op dit moment vanuit mijn lijf en laat de energie vrijkomen. Dit voelt als een heerlijke speeltuin en dat moet ook zo blijven.”
“Ik wil mensen raken, dat is volgens mij de essentie van muziek. Als ik plezier beleef, slaat dat over op het publiek. In mijn muzikale keuzes ga ik niet meer zoveel uit van stijl als wel van melodie. De melodie is het uitgangspunt en niet meer de stijl. Zo kan ik me samen met Ramón ook aan allerlei soorten muziek wagen, zelfs de blues. Dat zoeken naar die aansprekende melodieën ervaar ik als bevrijdend.”
Of ze nog een keer is teruggegaan naar Colombia, willen we aan het eind van het gesprek weten. “Eén keer ben ik er op vakantie geweest. Dat was heerlijk en veruit plezieriger dan toen ik er wegging na een ervaring die overrompelend was, me uitholde, maar die ik tegelijkertijd voor geen geld had willen missen. Ik koester mijn ervaring en kijk uit naar wat het leven nog meer in petto heeft. Roem is vergankelijk. Het plezier in het avontuur brengt me nu op andere plekken; vooral dichterbij mezelf.”
Dit artikel is verschenen in Adams Magazine – Uitgave 53. Foto’s: Hugo Thomassen