Kunstblik

Lucian Freud – Verf wordt vlees

Anders dan zijn opa Sigmund was schilder Lucian Freud (1922-2011) wars van analyse. Diepgaand onderzoek zou enkel leiden tot verlamming, zo vond hij. Wat bij de schilder wél ontsproten leek uit het leerboek van de befaamde psychoanalyticus, was zijn libido en werkdrift. Van minstens veertien kinderen was hij de vader. Hij trouwde twee keer en had maîtressen bij de vleet.

De overzichtstentoonstelling New Perspectives, die vanaf februari tot en met juni te zien is in het Museo Nacional Thyssen-Bornemisza in Madrid, vangt zijn hartstochten, zijn stijl en zijn genialiteit in een zinderend oeuvre dat zintuigen beroert en de werkelijkheid intensiveert.
Heetgebakerd heette hij te zijn, iemand met losse handjes. Grensoverschrijdend in alles wat hij deed. Vrouwen betastte hij menigvuldig en verkocht mannen die hem niet aanstonden een vuistslag. Lief was hij voor kinderen, trouw aan zijn vrienden en soms barbaars voor zijn modellen. Een vat vol tegenstrijdigheden. Een lastig heerschap met een scherp oog dat van verf vlees kon maken.

New Perspectives toont in een vijftigtal werken veel grilligheid, maar ook een kunstenaar die op het canvas tot op het laatst trouw bleef aan zijn realistisch figuratieve schilderstijl. Hij liet de werkelijkheid naar zijn pijpen dansen. Schilderen was voor hem serious business. In dat opzicht zat hij op één lijn met grootvader Sigmund, die ooit stelde dat grappen niet bestaan.

Lucian Freud, 'Reflection with Two Children (zelfportret)'

De tentoonstelling maakt de ontwikkeling van Lucian Freud inzichtelijk. Je maakt kennis met zijn geportretteerde familieleden, zijn honden, opdrachtgevers en circusartiesten. Er is veel lillend vlees met onverhulde genitaliën, we zien slapende modellen en zijn ingeslapen moeder. Eros en Thanatos. Confronterend, dat ook, en mooi in hun imperfectie. Huid lijkt bij Freud niet zelden op een aandoening.

Freud was al tijdens zijn ruim zes decennia omvattende carrière even onmodieus als tijdloos populair. Zijn werken werden voor astronomische bedragen geveild. Ook in tijden dat het door hem verafschuwde abstract expressionisme opkwam, bleef hij met forensische precisie schilderen. Natuurgetrouw was volgens hem de aard van de kunst en niet het ongecontroleerde geklieder van kunstenaars die hij meermaals schamper typeerde als ‘kantklossers’. Met latere tijdgenoten als Georg Baselitz en beeldhouwer Antony Gormley had hij weinig op. Maar ook grootheden Man Ray (‘noisy and vulgar’). Max Ernst (‘heavy and stiff’) en Picasso (‘absolutely poisonous’) moesten het ontgelden.
Hij hield van het werk van Degas, Cézanne, Titiaan, Rubens en van schilderijen van paarden.

Hij was een carnivoor, verzot op het overtollige vlees van zijn modellen, zoals Sue Tilley of de nachtclubartiest Leigh Bowery. Bij hem geen fat shaming, maar body positivity, al is Freuds blik mannelijk en zelden flatteus. Freud vroeg veel van zijn modellen en kon intimiderend zijn. Hij was overdreven punctueel. Wie te laat kwam kreeg een uitbrander, werd uitgewist of ontving een geslachtsverandering, zoals Mick Jaggers ex-vrouw Jerry Hall, die het hoofd kreeg toegemeten van Freuds assistent David Dawson.

In al hun vaak ontroerende lelijkheid, zijn de door hem geportretteerde modellen toch niet meer dan een object, materiaal dat kleur heeft en soms reliëf. Gezien de familiegeschiedenis bestaat de neiging het werk van Freud te voorzien van huis-tuin-en-keuken psychologiën over seksuele driften, onbewust verdrongen machtshonger of onderdrukte angsten. Wie door dit soort framing heen kijkt, ziet dat Freud genoeg had aan de oppervlakte. Wat je ervaart is het naakte verhaal.

Naarmate hij ouder wordt, lijkt de korrelige achtergrond steeds meer samen te smelten met de gestalten op de voorgrond. Alsof mens en ding hetzelfde zijn. Als je zijn biografie leest, vraag je je geregeld af of hij uiteindelijk niet meer van schilderen an sich hield dan van de geportretteerden, zo ongenaakbaar komt hij over.

Zijn werk ademt een zekere afstand. Toch kon Freud zeker lief zijn en was hij tot langjarige vriendschappen in staat, met onder anderen Frank Auerbach, David Hockney en supermodel Kate Moss. Juist die dubbelwaardigheid maakt de persoon, de schilder en zijn oeuvre zo onweerstaanbaar voor analyses. Iets waar Lucian Freud zelf een bloedhekel aan had.

Meer artikelen