Interviews • Magazine

Jos Mertens maakt meubels én instrumenten

Jos Mertens (68) is een kunstenaar in de waarste zin van het woord en een beminnelijke man bovendien. Hij maakt wat in zijn hoofd zit. Je zou hem op het eerste gezicht een ouderwetse ambachtsman kunnen noemen.

In zijn hoofd bevindt zich, zo blijkt bij een bezoek aan zijn atelier in Hegelsom, een ononderbroken stroom aan creatieve ideeën, kennis en ervaring. Misschien is hij wel te bescheiden over zijn werk. In dat verband citeert Jos Mertens graag Franciscus van Assisi, die ooit stelde: ‘Hij die werkt met zijn handen is een arbeider. Hij die werkt met zijn handen en zijn hoofd is een ambachtsman. En hij die werkt met zijn handen, zijn hoofd en zijn hart is een kunstenaar’. Wat hij fabriceert zou je een verbond tussen ziel en verstand kunnen noemen, vormgegeven door zijn handen.

Hij is niet alleen een vakman die meubels maakt, of een kunstenaar die stenen houwt en houten objecten vervaardigt, maar ook een fijnbesnaard gitaarbouwer die instrumenten aflevert die bij musici als Douwe Bob in de smaak vallen. On top of that neemt hij ook nog eens cursisten mee in zijn aanstekelijk enthousiasme als pedagoog die les geeft aan hoogbegaafde drop-outs. Een homo universalis in materiaal en vakmanschap, kortom.

Studie psychologie

Toch zag het er aanvankelijk niet naar uit dat hij de kunst op zijn levenspad zou omarmen. In zijn jonge jaren studeerde hij namelijk af als psycholoog. „Ja, waarom die studie aan de universiteit in Nijmegen?”, zegt hij minzaam lachend, terwijl hij de rijstevlaai met pruimen aansnijdt. „Eigenlijk wilde ik altijd al met mijn handen werken, timmerman worden. Maar mijn Cito-toets op de basisschool was zo goed dat mijn ouders het advies kregen mij te laten studeren. Mijn broer deed al psychologie, dat ben ik toen ook maar gaan doen. Mijn vader, die onderwijzer was in het dorp, vond dat natuurlijk heel mooi. In Nijmegen heb ik er vervolgens een studie tot meubelmaker bij gedaan. Het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan.”

Mertens is in zijn element in zijn werkplaats te midden van het welriekende hout, zijn instrumenten en materialen. Om een van zijn gitaren te demonstreren speelt hij Going To A Town van Rufus Wainwright. De klank vult de ruimte. „Ik hield van muziek en speelde al vanaf mijn twaalfde gitaar en wilde me een jaar of acht geleden zelf eens wagen aan het bouwen van een instrument. Vanaf toen kon ik niet meer stoppen met het vergaren van kennis over gitaren bouwen. Van gedachten wisselen met andere bouwers en experimenteren.” Hij toont het ingenieuze binnenwerk van de gitaarbody, waarbij zich een anatomisch patroon ontvouwt met houten ribben. „Bij een gitaar luistert alles erg nauw. Zo speelt het te gebruiken hout een wezenlijke rol. Bijvoorbeeld fichtehout voor het bovenblad, Indisch palissander voor de zij- en achterkant, mahonie-, esdoorn- en notenhout voor de hals en ebbenhout voor brug en toets. Ik geniet enorm van het maakproces.”

Zingeving
als drijfveer.
Je maakt
IETS
wat je
nalaat

Foto's: Hugo Thomassen

Onverzettelijk

Van alle materialen waarmee hij werkt is hout hem het meest dierbaar. „Hout is magisch. Het is warm en toegankelijk. Steen — en dan zeker Belgische hardsteen — is onverzettelijk. Wanneer er nog fossielen op te zien zijn, is het belangrijk het object perfect op te schuren. Elke stap in het maakproces is belangrijk, of het nu hout of steen is, en vergt evenveel aandacht.” Hij toont een uit marmer gehouwen hand. „Deze hand heb ik er letterlijk uit geslagen. Op vakantie in Italië hadden we een stuk Carrara-marmer meegenomen.” Lachend: „Vrij naar Michelangelo moest het beeld bevrijd worden uit het marmer. Voor mij was dat vooral een kwestie van experimenteren, ervaring opdoen met een ander materiaal. Maar hout draagt voor mij als materiaal het meeste karakter. Ik houd van hout.”

Gevraagd naar zijn ideeën over schoonheid spreekt hij over verhoudingen en treedt zijn scherpzinnigheid aan de oppervlakte. „Creativiteit is niet origineel. Over de hele wereld zijn mensen creatief. Het is dus heel moeilijk om origineel te zijn. Schoonheid daarentegen is wel haalbaar. In mijn optiek schuilt die in de juiste verhoudingen. Ik ben gefascineerd door de gulden snede. Die perfecte verdeling kom je veelvuldig in de natuur tegen. Neem een zonnebloem en haar banen met pitten. In de kunst en architectuur valt men ook traditioneel terug op noties van de gulden snede en de juiste verdeling van vlakken. Ook in het bouwen van een gitaar, bijvoorbeeld in de klankkast, tref je die gulden snede aan.”

Zingeving

„Zelf heb ik mijn hele leven al een drang om te creëren, om iets nieuws te maken. Waarom ik dat doe? Waarschijnlijk omdat ik het maken van iets nieuws associeer met zingeving. Je maakt iets wat je nalaat of doorgeeft. Voor mij is het een mooie gedachte dat mijn gitaren over honderd jaar nog zullen klinken. Zingeving is volgens mij belangrijk voor de mens. In de psychologie is zingeving een onderbelicht thema, daar ben ik zeker van. Ik vind het in mijn werk. En dus ook in het lesgeven of begeleiden van mensen in houtbewerking. Het is inspirerend om met gedreven mensen samen te werken, ze op gang te helpen.”

Intuïtief werken is iets waar Jos Mertens niet echt raad mee weet. Hij werkt meestal vanuit een miniatuur of tekening. In het proces voltrekt zich als het ware zijn idee voor een object. „Kennis en veel ervaring zijn ontegenzeglijk van belang bij het maakproces. Een gitaar bouw je technisch volgens een strak plan. De ornamentatie is dan weer iets anders. Ik teken graag en vanuit die tekening werk ik. Heel vaak begin ik aan een tekening uit een soort gecultiveerde vorm van verveling. Door als het ware te lummelen, door doelloos te beginnen en te kijken wat je tegenkomt, begint het creatieve proces echt op gang te komen. Wat ik ooit nog eens maken wil? Een viool, dat lijkt me wel wat. Misschien niet origineel, maar wel uitdagend en mooi.”

Meer artikelen