Almost in Elvis was al een ‘periodiek/digizine’ en is nu ook een boek; een boek met een tijdschrifttitel, maar toch. Almost in Elvis heet deze keer De Elvis. Verwarrend ja, maar daar houdt hoofdredacteur en bedenker Dennis van Tiel wel van.
Van Tiel is een aanhouder. Het boek is nummer negentien van Almost in Elvis. Nummer achttien verscheen tweeënhalf jaar geleden, dus het werd wel weer eens tijd ook. In het voorwoord legt Van Tiel uit wat deze keer de leidraad is: ‘Elvis als het vleesgeworden Amerika’. Nader gespecificeerd: ‘Amerika is Elvis en Elvis is Amerika’.
Ze zijn, volgens Van Tiel dan, beiden onsterfelijk, houden van een droom, zijn dol op show en gek op wapens, laten zich door de staat niets voorschrijven en ze zijn manisch. Ook houden ze allebei, Elvis en Amerika, van een ‘gefrituurde werkelijkheid’.
Hiermee kun je alle kanten op en dat gebeurt dan ook. Een bonte verzameling auteurs, een wild bunch volgens Van Tiel, nam de uitdaging aan. In De Elvis gaat het over Elvis de christen, over Elvis die bitcoins heeft gekocht, over Elvis als karateka, over de gedachtenkronkels van president Nixon tijdens zijn ontmoeting met Elvis en over Graceland, het woonhuis van Elvis in Memphis. En intussen gaat het dus over Amerika, min of meer.
Maarten van Rossem, die ja, bracht in 1986 een bezoek aan Graceland. Hij vond er weinig aan, op de dames van middelbare leeftijd na die bij het graf van Elvis spontaan begonnen te huilen. Twaalf jaar eerder was Van Rossem in Las Vegas geweest, waar hij kon kiezen uit concerten van Fats Domino en Elvis. ‘Ik heb geen moment getwijfeld en ben naar Fats gegaan, die een fijne show gaf op een draaiend podium.’
Aan heldenverering wordt in De Elvis niet gedaan. Een bewonderaar, popjournalist Ludo Diels, daagde zichzelf uit door een stuk te schrijven over de ongebreidelde hebzucht van Elvis, het middelpunt van een ‘ziekmakend decor van commercie’.
Hier is Elvis de metafoor, of het symbool, ‘van een Amerika dat al decennia in een staat van verval verkeert. Een Amerika van het massaproduct, de fastfoodindustrie en de leeghoofdige consumptiecultuur.’
Dan is de vraag van Van Tiel tijdens een interview met Elvis, ‘Zou u op Trump hebben gestemd in 2016’, dus helemaal zo gek nog niet. Elvis vond Trump destijds ‘wel krachtig’ omdat hij opkwam voor de Amerikaanse belangen en ‘oog had voor al die werkloze arme arbeiders, wier fabrieken gesloten waren door oneerlijke concurrentie uit het buitenland’. Maar nu zou Elvis waarschijnlijk niet meer op Trump stemmen, onthult hij in De Elvis.
Dit artikel is verschenen op volkskrant.nl