Het blijft niet onopgemerkt. Vandaag, maandag 24 mei, viert Bob Dylan zijn tachtigste verjaardag. Zijn betekenis voor de popmuziek is onomstreden, maar zijn lange carrière stond altijd in het teken van controverses. In aanloop naar de verjaardag van het fenomeen deelt Heaven-redacteur Ludo Diels vier bespiegelingen. Deel 4: Amerikaanse oppervlakte.
Het speelveld van Bob Dylan is alles wat los en vast zit. Liedjes als volle containers. Ze bevatten biografische elementen, maar evenzeer verzonnen. Er schuilen literaire thema’s en poëtische fragmenten in. Afwisselend donker, dreigend en vervreemdend, als ook lieflijk en hoopvol. Cynisch, sarcastisch, satirisch en tegelijk contemplatief, beeldend en lichthartig. Ingewikkeld, net als het leven zelf. Dylans oeuvre is zwaar op de hand.
Vorm of vent is zeker ook in geval van Dylan een interessante kwestie. Niet voor niets proberen zoveel mensen, waaronder ikzelf, het mysterie rondom de muziek en de mens te ontrafelen. Interviews geeft hij nauwelijks. We moeten dus vooral varen op het vlot getoonzette verhaal dat hij zelf op schrift heeft gesteld in Chronicles uit 2004. Dylan treedt daarin naar voren als een chroniqueur van zijn tijd die muzikaal teruggaat naar de bronnen van de Amerikaanse folkmuziek en blues. Dylan is door en door Amerikaans.
Nooit blijft hij lang, doet alles snel en lijkt meer geïnteresseerd in de oppervlakte dan in de diepte. Hij pikt indrukken op. Zijn wereldbeeld sprokkelt hij fragmentarisch bij elkaar, te hooi en te gras. Leren doet hij met gierigheid. De grote thema’s uit de boeken van zijn jeugd zijn ook de thema’s in zijn werk. Alle grote kunst drijft immers op universele thema’s, ook het oeuvre van Bob Dylan.
Zijn smaak is eclectisch. Hij groeit op met de radio: Kingston Trio, Robert Johnson, Hank Williams, Deltablues. Hij nam het gretig tot zich. En natuurlijk Woody Guthrie, de man die hij boven alles adoreert.
Al op jonge leeftijd lonkt het podium. Hij speelt om te overleven. Bob Dylan lijkt overal iets op te rapen en maakt daar zijn eigen verhaal van. Er zit geen systeem achter zijn werkwijze. Vluchtigheid bepaalt zijn wezen. Hij is een volbloed romanticus. Het verhaal is belangrijker dan de waarheid. Dat geldt ook voor het verhaal van zijn eigen leven. Fictie en feiten lopen kriskras door elkaar.
Als Bob Dylan een academische inborst had gehad, was hij nooit in staat geweest de liedjes te maken die hij maakte. Dan zou hij zich vast hebben gebeten in boeken, terwijl hij ze nu hoogstens lijkt te hebben ingezien. Hij leest de boeken die zijn vriendinnen lezen, gaat naar de bibliotheek en luistert naar de verhalen van de bohemiens in de Village. Hij legt onnavolgbare thematische verbindingen. Hij pikt op wat hij kan gebruiken. Alles is liedmateriaal.
Hij gaat aan de slag met dat materiaal en brengt dieptelagen aan door het gebruik van metaforen. Neem Subterranean Homesick Blues waarin de woorden als een rap avant la lettre snel rijmend voorbijrazen terwijl hij het gevoel van heimwee als een ondergrondse, diepe aanwezigheid naar voren brengt. Er is veel over dat liedje uit 1965 geschreven, maar je kunt er altijd weer iets uithalen wat je niet eerder aantrof. En wat je in zijn liedjes tegenkomt is soms weer stof voor een heel boek. De muziek blijft groeien. Zijn muziek bevat das gewisse Etwas. Tenminste daar zocht hij naar, zoals blijkt uit Chronicles.
Wat hij te zeggen heeft, zegt hij in zijn liedjes. Op zijn laatste album Rough And Rowdy Ways kun je zijn bronnen volgen. Daarin toont hij zich niet de meester van de beperking, maar geeft hij de tekst en muziek juist veel ruimte. Alles wat los en vast zit komt voorbij. Maar ook de dingen die je niet kunst vastpakken; iets daarboven. Dylan overstijgt de oppervlakte.
Dit artikel is gepubliceerd op Heaven magazine